Prof. Dr. Strauss, kunt u de rol van fysieke aanraking in de overleving van te vroeg geboren baby's beschrijven, en het bewijs daarvoor?
Tot 15 jaar geleden was de neonatale intensivecareafdeling (NICU, Neonatal Intensive Care Unit) een plek met veel lawaai, fluorescerend licht aan het plafond en pijnlijke prikkels. Het was vaak een enge omgeving voor baby's en heel anders dan het leven in de comfortabele baarmoeder van hun moeders. Ouders waren bang om hun baby van slechts 500 gram of een kilo aan te raken. Wij, de artsen, benadrukten het ook niet voldoende. Na verloop van tijd, met meer onderzoek naar de rol van menselijke aanraking en pijnpreventie, zijn we echter gaan inzien dat die aanraking uiterst belangrijk is. Als mensen elkaar aanraken, dan komt er oxytocine vrij. Dat is het "bindingshormoon" of "liefdeshormoon". Zodra oxytocine vrijkomt, daalt de bloeddruk en begint het passieve, sympatische zenuwstelsel te werken. Tijdens de geboorte schiet bijvoorbeeld het oxytocineniveau van de moeder omhoog. Onmiddellijk na de geboorte komt er binding tot stand tussen de moeder en de baby vanwege de absurde hoeveelheden oxytocine die in haar systeem vrijkomen. Verschillende andere studies toonden aan dat verzorging door middel van huid-op-huidcontact helpt om het immuunsysteem van de baby te ontwikkelen, een positief effect heeft op de gewichtstoename, de productie van moedermelk verbetert en moeder en baby meer ontspannen maakt tijdens de zeer stressvolle tijd op de neonatale intensivecareafdeling.
De laatste studies richten zich op de ontwikkeling van de hersenen. Onze volwassen hersenen zien eruit als een walnoot, met veel plooien en vouwen. Het brein van een te vroeg geboren baby ziet er niet zo uit. Met 26 weken is het brein nog helemaal glad. Dit betekent dat de hersenen zich nog steeds ontwikkelen gedurende de periode die baby's in de couveuse op de neonatale intensivecareafdeling doorbrengen. Een studie waarbij gebruik is gemaakt van hersen-MRI's van premature baby's toonde aan dat de baby's waarvan de ouders hen niet aanraakte of met hen praatte terwijl ze in de couveuse lagen, minder ontwikkelde temporale kwabben hadden. De temporale kwab is het gebied van de hersenen dat verantwoordelijk is voor het luisteren en communiceren. Bij de baby's waartegen niet gepraat werd of die niet aangeraakt werden, bleef dit plat – geen rimpels, vouwen of plooien. Deze zintuiglijke ontbering – dat wil zeggen te weinig menselijke aanraking of verbale stimulatie – vertraagde de ontwikkeling van de hersenen. Tot slot toonden andere studies in Afrika aan dat verzorging met huid-op-huidcontact het sterftecijfer onder premature baby's met 20 procent heeft verlaagd.